Haïti avontuur deel 6

AUTOS

Het verhaal auto’s is nog niet afgelopen. Ik heb het er al eerder over gehad maar heb weer nieuwe observeringen gedaan, om te beginnen het toeteren. Dit gebeurt erg veel en in verschillende tonen en soorten: sirene, lange, korte, harde, piep-hoge en lage tonen met allemaal een betekenis. Als er iemand bijvoorbeeld voor een poort staan om binnen te komen met de auto dan wordt er getoeterd en degene die binnen staat moet maar aan het geluid weten wie er voor de poort staat en dat kan vaak lang duren. Degene kan in slaap gevallen zijn of achter in de tuin staan of het geluid niet herkend, met als gevolg dat het lang kan duren voor de poort open gaat en dat er blijvend getoeterd wordt.

Het toeteren houdt daar nog niet mee op want als ze binnen zijn wordt er getoeterd en ook als ze weggaan. Op straat toetert ook iedereen, om te laten weten dat ze in willen voegen en daarna een soort bedankje toetert. Ook wanneer men een bekende ziet, er een kruising genaderd wordt om ver van te voren te toeteren. Toeteren om mensen te waarschuwen die op de weg lopen als er geen plek is op het trottoir. En iedereen schijnt dat allemaal te begrijpen en te verstaan. Ikzelf begin het nu een beetje te begrijpen en is toch wel leuk om te zien en te horen. Soms zit er een vrachtwagen toeter in een taptap (dat heb ik vroeger ook wel gedaan in mijn mini). Leuk toch om herrie te maken, bij ons wordt het nu bestraft en hier kan men er volop van genieten. Daar komt bij dat ik nog niemand heb horen schreeuwen of tieren naar andere chauffeurs, waar ik wel eens van vermoed dat er geen rijbewijs aanwezig is, aan het rijgedrag te zien, maar dat is gissen van mijn kant. De politie houdt wel controles zie ik onderweg wel eens en dan wordt er wel eens ge-argumenteerd. En omdat het hier de hele dag erg warm is zijn de auto’s niet om beet te pakken, je zou er een eitje op kunnen bakken. (Dat is tussen haakjes op het werk ook zo met de apparatuur, dus beschermen we graag onze handen, en daar hebben we handschoenen voor) En dan zijn er verschillende nummerborden: lichtgroene voor “service de l’etat”, rode voor “transport passagers” en voor vrachtwagens “Transport Marchandises”, een soort grijs/groene kleur voor “Police Nationale”, “Officiel”,

grijze voor “privé”, groene voor “imm. Temporaire” oftewel tijdelijke nummerborden en dan natuurlijk “CC” voor het “corps diplomatique”, die en die van de NGO’s (allebei in een licht grijs/groene kleur) rijden bijna allemaal in nieuwe dikke autoos. En dan zijn er de autoos en vrachtwagens waarvan de wielen soms maar met 3 of 4 moeren vat zitten in plaats van 6. Ik blijf me elke keer verbazen hoe alles blijft rijden. De taptaps zijn vaak over beladen met mensen die graag mee willen naar de plaats van bestemming, zo zwaar dat het lijkt dat de voorwielen de weg haast niet raken, maar het rijdt allemaal totdat er panne in welke vorm dan ook en ze wel stil staan, soms midden op de weg en iedereen gaat er gewoon omheen alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Niemand maakt daar dan een probleem van. De verlichting op elk vierwielig voertuig is erg gevarieerd van gewoon tot rood/blauwe knipperlichten zoals bij ons de politie gebruikt. Verlichting om de nummerborden en soms ook helemaal geen verlichting, richting aanwijzers (voor en achter) werkt bij de meesten niet omdat ze vaak bij een aanrijding kapot gaan. Alles piept en kraakt aan deze auto’s. Ik heb het idee dat de politie wanneer aanwezig er niets van zegt. Tot nu toe heb ik maar 3 werkende stoplichten gezien die door de meeste taptaps genegeerd worden en dus weer opstoppingen en de mensen rustig blijft afwachten tot het oplost wat ook altijd gebeurd, hoe kan ik vaak niet zien. Wel glimlachen van mijn kant. Brandstof diesel en benzine zijn ongeveer dezelfde prijs (60 €cent/liter) en wordt gesubidieerd door de regering, de geruchten gaan dat dat wordt afgeschaft en dat gaat gevolgen hebben voor de mensen hier die daar afhankelijk van zijn. Wanneer dat net zo snel gaat als de rest dan kan dat wel even duren.

MENSEN

Over het algemeen heb ik alleen maar aardige en vriendelijke mensen gezien, kijken wel raar als ze zien dat ik voorin de taptap zit. Als ze groeten gaat dat vaak met ”bonjou blanc” of “salut blanc” en dat niet omdat het mijn naam is, maar omdat ik blank ben. Hier is dat heel gewoon ook als ik vraag hoe ik hier de mensen mag noemen bruin of zwart dan krijg ik als antwoord “gewoon zwart, we zijn toch zwart”, dat zou in Nederland niet kunnen, zoals iedereen weet. Erg geregeld door de mensen die graag het woord discrimineren gebruiken. Discriminatie daar heb ik hier niets van gemerkt. Daar kunnen die geitenwollen sokken mensen (dat waren de mensen vroeger die alles zo goed wisten en geitenwollen sokken en een fondsbrilletje droegen, dit voor degene die dit niet weet) bij ons iets van leren, gewoon accepteren dat de kleur genoemd mag worden. Er kan van ieder woord een beledigend woord gemaakt worden als het maar vaak genoeg gezegd wordt. Toen ik in het zuiden was had een klein meisje van ongeveer 3 jaar nog nooit een blanke gezien en keek dus ook raar naar mij, dat heb ik ook in Afrika meegemaakt. Maar na een poosje aankijken wordt het ge-accepteerd als de normaalste zaak van de wereld, ze halen nog net geen vinger over de huid om te kijken of het niet afgeeft. Nu ik het toch over zuid Haïti (voor mij het platte land) heb, daar hoorde ik een verhaal dat een zus (en haar man) van de man des huizes, geen kinderen kon krijgen en dat ze daar een hele mooie oplossing voor hadden, namelijk: wij hebben twee kinderen, een meisje van 3 en een jongetje van 10 en het zoontje wilde wel bij zijn tante wonen dus zij had een kind wat ze op kon voeden. De vader en moeder houden dan contact via whatsapp met hem, want ze wonen wel 120 km uit elkaar (dat is hier een rit van 8 a 9 uur). Zelf hebben ze ook een nichtje van 14 jaar inwonen die van een zus van de vrouw des huizes is omdat ze dat zo graag wilde. Daar heb ik Nederland niet van gehoord om dat zonder rechtbank te doen. (Dat is bij ons overgeorganiserend landje wel nodig).Dat noem ik nou een erg sociale manier van leven. De families zijn vaak groot en daardoor ook de controle, iedereen helpt elkaar met van alles. Voedsel wordt bijna door iedereen verbouwd, fruit hangt aan de bomen op het terrein wat eigendom is. Kokosnoten, mango, papaya, citroentjes (kleiner dan bij ons maar net zo zuur), dat weet ik omdat ik werd verteld, toen ik griep had, om honing met citroen te drinken. Rietsuiker planten (daar heb ik op mogen kauwen en het is nog lekker ook), mais wat vaak in de bouillon of salade gaat of gepoft word.

Kokosnoot plukken en rietsuiker stengel schoonmaken

 

 

Bouillon klaar gemaakt op een houtvuurtje in de “keuken” maar erg lekker.

Keuken
Op het “platte” land hebben ze vaak geen elektra (te duur als het er al is), telefoons worden opgeladen met piepkleine zonnepaneeltjes of bij iemand die een winkeltje heeft die daar wel een paar cent voor vraagt. Dan gaat men naar bed wanneer het donker is en staat men op bij zonsopkomst. Stromend water uit de kraan bestaat daar niet dus drinkwater moet gekocht worden. Dat houdt in dat er geen toiletten zijn zoals bij ons die je kan doortrekken. Onderstaand is lekker dicht bij de natuur.

Toilet wordt op natuurlijke manier schoongehouden

Wassen (kleren en zichzelf) doen ze in de rivier, die is wel een eindje lopen over steile hellingen en rotspaden. Voor water om af te wassen enz. in huis wordt er gebruik gemaakt van een ezel die met zelfgemaakte manden aan de zijkant 4 plastic 5 liter-kannen draagt, die bijna iedereen bezit en die buiten het huis geparkeerd wordt aan een lang touw zodat hij of zij niet weg kan lopen.

Dit is het weer voor vandaag en op naar het volgende verhaal! Tot dan allemaal met de groeten.

Wilt u de Haïtianen helpen?  kijk dan op:De mobiele fabriek